Comedian Dries Heyneman: ‘Je maakt jezelf zo gek dat het op den duur absurd wordt’

Dries Heyneman op het affichebeeld van 'Respect voor de buren'. © /
Bert Vanden Berghe Journalist KW

Na zijn opmerkelijke passage in Bevergem en zijn succesvolle soloshow staat Dries Heyneman met Uit respect voor de buren op het podium waarbij hij zichzelf, de West-Vlaamse assertiviteit en #MeToo op een meesterlijke manier door de mangel haalt. “Gelukkig heeft mijn vrouw een goeie bullshitdetector.”

In Uit respect voor de buren brengt Dries Heyneman het verhaal van een knap buurmeisje dat hem amper wil begroeten, een stom voorval waar hij niet mee overweg kan. Zijn neurotische zelve probeert de reden daarvoor te analyseren tot zijn gedachten op hol slaan en alles op een heerlijke manier ontspoort. Onderhuids fileert hij, met enkele hilarische passages als gevolg, feilloos de assertiviteit – of het gebrek eraan – van de West-Vlaming.

‘Ken je dat verhaal van die mens die af te rekenen krijgt met een lekke band en een huis vindt waar licht brandt? Onderweg daarnaartoe begint hij te twijfelen of hij wel een krik zal mogen lenen. En hij naait zichzelf zo op, dat hij uiteindelijk kwaad en gefrustreerd aanbelt en de bewoners toeschreeuwt dat hij die krik al niet meer wil. Wel, dat is zowat het basisidee erachter.’

‘Een jaar of twee geleden zat ik niet zo goed in mijn vel’, vertelt Heyneman. ‘Ik had het gevoel dat ik geleefd werd en geen controle had over mijn leven. Op aanraden van Lieven Scheire ben ik gaan praten met een therapeut, die mij wees op mijn gebrek aan assertiviteit.’

‘Mijn vrouw, die een Antwerpse is, heeft daar dan weer helemaal geen probleem mee. Als je bij wijze van extreme oefening ruzie zou moeten maken met een wildvreemde op straat, dan stapt zij gewoon op die vrouw of man af. En toen dacht ik: ik sta godverdomme op een podium en zou dat niet kunnen. Dat begon te wegen. De assertiviteitstraining met mijn therapeut heeft echt mijn leven veranderd.’

‘Je kas opfretten’, het is typisch West-Vlaams.

‘ Ik omschrijf vrouwen op een zeker moment als ‘slopers van dromen’, wat vrouwonvriendelijk is, maar aan de andere kant vinden veel vrouwen dat ik daar een punt heb.’

DRIES HEYNEMAN: Precies. En je maakt jezelf zo gek dat het op den duur absurd wordt. Het was uiteindelijk Zouzou (Ben Chikha, met wie hij een eigen reeks schrijft, red.) die opmerkte dat het verhaal van dat buurmeisje wel eens een interessante kapstok zou kunnen zijn voor de hele show. Bovendien kwam ik ook bij die hele #MeToo-affaire terecht. Bekeek ze me nu echt scheef omdat ik een man was?

‘Ik zeg niet dat jij zo bent, maar…’ is een opmerking die ook moslims al een tijdje te horen krijgen, besefte ik. De verhalen van Zouzou, die opgroeide in Blankenberge en vaak met racisme werd geconfronteerd in zijn jeugd, versterkten dat gevoel. Want ik wéét dat hij een gouden hart heeft en toch wordt hij zo vaak in een bepaalde hoek geduwd. En ongewild zit de blanke geprivilegieerde man op vandaag in hetzelfde schuitje, wordt die ook met de vinger gewezen. Dat vond ik heel fascinerend.’

Je vergroot het onderwerp in je show danig uit. Vond je het niet tricky om het überhaupt aan te snijden?

HEYNEMAN: Nee, want eigenlijk is het pas interessant als het tricky is. Ik omschrijf vrouwen op een zeker moment als ‘slopers van dromen’, wat vrouwonvriendelijk is, maar aan de andere kant vinden veel vrouwen dat ik daar een punt heb, omdat zij alles veel realistischer bekijken. En gelukkig maar, soms.

Je zíét ook wie het zegt. Je voelt die frustratie van het personage, van iemand met een grote mond maar die in zijn broek schijt van zodra hij voor een vrouw staat. En eigenlijk, als ik kijk naar alle vrouwen van wie ik ooit zot geweest ben, dan zijn dat een voor een sterke vrouwen. Er zijn er die vallen op vrouwen die onderdanig of rolbevestigend zijn, maar ik heb daar níéts mee. Ik ben zot van vrouwen die niet op hun mond zijn gevallen.

Het is meteen duidelijk wie thuis de broek draagt…

HEYNEMAN: Dat is erg dubbel. Ik ga nu zeggen dat het niet waar is. (grijnst) Maar ik heb zeker niet het gevoel dat ik thuis geremd ben. Oké, ik ben wel een dromer en mijn vrouw is veel realistischer, maar dat houdt mij niet noodzakelijk tegen. Integendeel.

Mijn vrouw heeft een hele goeie bullshitdetector. Als ik te ver of te abstract ga in mijn schrijven of denken, dan trekt zij aan de rem. En ik vertrouw daar wel op. Ze kloot mij ook enorm veel, wat ik ge-wél-dig vind. Dan vraagt ze of ik koffie moet hebben. En meteen erna zegt ze ‘pak die dan zelf’. Ik weet niet waarom, maar ik vind dat enorm kluchtig als ze mij op zo’n kinderachtige, kloterige manier verrast.

Ideeën op het toilet

‘Op technisch vlak zijn we in Vlaanderen enorm verwend, maar het mankeert scenariogewijs heel vaak aan goede ideeu0026#xEB;n.’

Dries Heyneman schreef mee aan Bevergem en zit al een tijdje samen met Wannes Cappelle en Zouzou Ben Chikha voor de reeks Grond, die draait rond twee broers die met een geniaal idee de begrafeniswereld op zijn kop zetten. De verwachtingen zijn hooggespannen, want Vier pikte de reeks op én regisseurs Adil El Arbi en Billal Fallah zetten hun schouders onder het project. Bovendien is er ook internationale interesse.

‘Het maffe is dat ik veel meer stress had voor mijn nieuwe show, dan voor dit. Net omdat je met drie bent. Als je een dipje hebt, vertrouw je erop dat de anderen het wel even zullen overnemen, en omgekeerd. Hetzelfde geldt op het vlak van ideeën. Plots schiet je wel eens een idee te binnen, als je alles even loslaat. Daarom ontstaan ook de beste ideeën als je terugkomt van het toilet. Ik geloof heel sterk in samenwerkingen. Bevergem kon ook nooit door maar één persoon geschreven zijn, niemand is zó geniaal.’

‘Het schrijfproces van een serie als Grond is er eentje van de lange omvaart. Het zijn bij wijze van spreken acht films die je maakt. We zijn volop aan het scenario aan het schrijven. Voorlopig is de bedoeling om alles klaar te hebben tegen september om daarna te beginnen filmen. We zouden eind 2019, begin 2020 willen draaien om de reeks in het najaar te laten verschijnen.’

Met dus Adil en Billal als regisseurs. ‘We zochten naar mensen die voeling hadden met het idee (het scenario speelt zich af in het islamitische milieu, red.). En vooral: een regisseur – of twee in dit geval – die heel gemotiveerd is. Daarom viel indertijd voor Bevergem onze keuze ook op Gilles Coulier, omdat hij zich wilde bewijzen. En zij kénnen die wereld ook en de mensen daarin. Daar fuck je niet mee.

En ja, de keuze voor Adil en Billal is ook wel commercieel interessant, maar voor ons telt vooral het verhaal. Want op technisch vlak zijn we in Vlaanderen enorm verwend, maar het mankeert scenariogewijs heel vaak aan goede ideeën. Een goed idee is de basis. Daar valt of staat alles mee. Over die verzameling van goede ideeën giet de regisseur dan zijn eigen saus. We willen niet zomaar midweekfictie maken. We willen iets memorabels.’

Dit interview verscheen eerder in Krant van West-Vlaanderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content