Ry Cooder bewees in de Stadsschouwburg dat hij een klasse apart is

Ry Cooder: 'Ik moet van nul opnieuw beginnen. Ik heb niet eens schoenen om op tournee te gaan.' © Joachim Cooder

Het was al sinds 2009 geleden dat Ry Cooder nog op een Belgisch podium stond. Veel te lang dus, want de Californiër behoort tot de expressiefste en veelzijdigste gitaristen van zijn generatie. In Antwerpen liet hij zijn fans eindelijk nog eens een glimp van de hemel zien.

DA GIG: Ry Cooder in Stadsschouwburg, Antwerpen op 11/10.

IN EEN ZIN: Cooder en zijn band regen de hoogtepunten tegen zo’n hoog tempo aan elkaar, dat ze de toeschouwers aanhoudend sterretjes deden zien.

HOOGTEPUNTEN:Everybody Ought To Treat A Stranger Right, Straight Street, The Very Thing That Makes You Rich (Makes Me Poor), Vigilante man, You Must Unload…

DIEPTEPUNTEN: geen.

QUOTE: ‘Mijn grootste nachtmerrie is dat ik ergens moet spelen en er geen hond komt opdagen. Ik ben dus blij jullie allemaal te zien.’

Cooder, 71 intussen, staat bekend als dé archivaris van de Amerikaanse rootsmuziek. Hij heeft een encyclopedische kennis van folk, blues, country, bluegrass, jazz, gospel, tex-mex en música norteña, maar heeft in het verleden ook Indische, West-Afrikaanse en Cubaanse bronnen aangeboord.

u003cemu003eEverybody Ought To Treat A Stranger Rightu003c/emu003e, door Blind Willie Johnson opgenomen in 1930, bleek vandaag nog altijd even relevant en gaf Cooder de gelegenheid om impliciet het anti-migratiebeleid van Donald Trump op de korrel te nemen.

De man uit Santa Monica is echter méér dan een hoeder van de traditie: als begenadigd vertolker weet hij ze telkens weer transformeren en te actualiseren. Dat doet hij ook op het onlangs verschenen The Prodigal Son, zijn zeventiende soloplaat (de vele soundtracks niet meegerekend) en zijn eerste sinds het zes jaar oudeElection Special. De collectie bevat voornamelijk grondig herwerkte spirituals en gospelhymnes, gekozen om hun actualiteitswaarde. Ze mogen dan al decennia geleden geschreven zijn, ze zeggen veel over het morele bankroet van deze tijd.

Net als zijn grote held Woody Guthrie, is Ry Cooder een activist die het consequent opneemt voor de zwakkeren in de samenleving. Op zijn jongste cd, waarop allerlei sociale en politieke thema’s worden aangesneden, geeft hij weliswaar lucht aan zijn verontwaardiging, maar dat doet hij wel met de nodige humor en zonder ooit prekerig te worden. Met The Prodigal Son toont hij dat hij, sinds zijn titelloze solodebuut uit 1970, niet wezenlijk is veranderd. Op beide platen waart de geest van Guthrie rond en interpreteert de artiest nummers van Blind Willie Johnson en Blind Alfred Reed. Hoewel Cooder eigenlijk een atheïst is, voelt hij zich aangetrokken tot gospel omwille van zijn spirituele karakter. Het is een genre dat steunt op gelijkheid en empathie.

Zuurstoffles

In de uitverkochte Antwerpse Stadsschouwburg speelde Ry Cooder, een virtuoos op alles dat snaren heeft, zowel oud als nieuw werk en kwam hij op de proppen met een uitgekiende set waarin de ene song de andere opriep.

Het begon sober met Nobody’s Fault But Mine, waarin de zanger aangaf over de grofkorrelige stem van een bluesveteraan te beschikken en zijn meanderende slidespel enkel werd ondersteund door de ambient-klanken van de fenomenale saxofonist Sam Gendel. Vervolgens kreeg de Meester het gezelschap van bassist Mark Fain, zijn drummende zoon Joachim, die eerder op de avond zijn eigen ep Fuchsia Machu Picchu had voorgesteld, en The Hamiltones, een driekoppig soulkoortje, wat meteen de dynamiek ten goede kwam.

Everybody Ought To Treat A Stranger Right, door Blind Willie Johnson opgenomen in 1930, bleek vandaag nog altijd even relevant en gaf Cooder de gelegenheid om impliciet het anti-migratiebeleid van Donald Trump op de korrel te nemen. Straight Street, oorspronkelijk van de Pilgrim Travelers, werd van zijn doowop-ornamenten ontdaan en klonk even behoedzaam en afgemeten. Ook in het van de Stanley Brothers geleende Harbor of Love vertelde Ry Cooders gitaar haar eigen verhaal.

‘Ik ga nu even aan de zuurstoffles’, grijnsde Cooder, het signaal voor het koortje om het laken helemaal naar zich toe te trekken.

Uiteraard plukte de artiest regelmatig nummers uit The Prodigal Son, maar daarnaast greep hij opvallend vaak terug op Bop Till You Drop uit 1979, het grootste commerciële succes uit zijn lange carrière. Arthur AlexandersGo Home Girl werd versierd met fraaie close harmony-zang, terwijl het ietwat misogyne, in een ambient funkjasje gestopte The Very Thing That Makes You Rich duidelijk één van de publieksfavorieten bleef.

‘Ik ga nu even aan de zuurstoffles’, grijnsde Cooder, het signaal voor The Hamiltones om het laken helemaal naar zich toe te trekken. De fraaie r&b-ballad 74 handelde over een autoweg in hun thuisstaat North Carolina. Gotta Be Lovin’ You daarentegen was swingende Southern Soul die je zin gaf uit je pluche zitje recht te veren.

Helaas kregen we daarna een voorsmaakje van wat Marie Christine Marghem en Engie komende winter voor ons in petto hebben: de helft van het podium kwam zonder stroom te zitten. Ry Cooder zag zich dus verplicht te improviseren, ging met een akoestische gitaar aan de rand van het podium zitten en schudde een onversterkt gespeeld maar geestig 13 Question Method uit zijn mouw. Toen er weer elektriciteit voorradig was, beet de zanger zich in zijn eentje vast in een onheilspellend Vigilante Man, waarbij hij het verhaal van Woody Guthrie doortrok naar de ‘stand your ground shooting’ van afgelopen zomer in Florida.

Religieuze hypocrisie

Met You Must Unload ontmaskerde Cooder de religieuze hypocrisie van alt.right, maar er was in de set zeker ook ruimte voor luchtiger momenten: Jesus on the Mainline, geleerd van Mississippi Fred McDowell, bracht de Heiland en Proximus samen en Joe Souths Down in the Boondocks was pure sixtiespop met een Caribisch randje. Tijdens het rockende The Prodigal Son liet de Meester het soleren zowaar aan de gitarist van The Hamiltones over -de man deed het trouwens uitstekend- en ook in het bij de legendarische Dorothy Love Coates betrokken 99 1/2 Won’t Do zette Ry Cooder een stapje opzij om het koortje nog eens volop te laten schitteren.

Geen mens die tijdens de bissen nog neerzat, want Little Sister – een zeldzaam verzoekje, loog de zanger, in werkelijkheid was het zijn enige hit – was zo’n liedje dat iedereen letterlijk op de heupen werkte. Maar eigenlijk had de Santa Monica Flyer de hoogtepunten tegen zo’n hoog tempo aan elkaar geregen, dat niemand een reden tot klagen had.

Een hoogst geïnspireerd concert, waarmee Ry Cooder haast achteloos bewees tot een klasse apart te behoren. Captain Beefheart, Taj Mahal of The Rolling Stones hebben/hadden dan ook veel aan hem te danken. Hopelijk hoeven we niet te wachten tot 2027 voor de man nog eens ons land aandoet.

DE SETLIST: Nobody’s Fault But Mine / Everybody Ought To Treat A Stranger Right / Straight Street / Go Home Girl / Harbor of Love / The Very Thing That Makes You Rich (Makes Me Poor) / 74 / Gotta Be Lovin’ Me / 3 Question Method / Vigilante Man / You Must Unload / Jesus On The Mainline / Down in the Boondocks / The Prodigal Son / 99 1/2 Won’t Do // Little Sister / I Can’t Win.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content