P.B. GRONDA, auteur van onder meer Straus Park en Wanderland, duikt elke week in de populaire cultuur.

Ik was in het theater beland en het zat er vol speciale vrienden. Dat kwam omdat een groep acteurs een dozijn kinderen met allerhande soorten moeilijkheden een heel schooljaar lang had voorbereid op het brengen van een bewerking van verhalen van Luis Sepúlveda.

Er was een autistische stotteraar en die was erg goed. Hij had de stopzin ‘Dat wilde ik net zeggen’ gekregen en daar deed hij dan telkens een halfuur over. Kon hij zelf goed om lachen.

Er was ook een jongen met downsyndroom die op moest en last had van zijn zenuwen. Je hoorde hem in de verduisterde zaal achter het doek jammeren: ik ben bang. Dat bleef hij in oplopende staat van wanhoop herhalen. Uiteindelijk begon de zaal te applaudisseren, om de gêne te doorbreken, maar het hielp niet meteen.

De moeder van de jongen zat in die paar minuten met de vingers verweven voor zich uit te staren.

Het deed me denken aan hoe we vanuit de popcultuur en het bijgaande consumentisme (of omgekeerd, dat mag u zelf kiezen) de controlerende functies van de kerken hebben afgebroken tot een punt dat, zeker in West- en Noord-Europa, erg succesvol genoemd mag worden.

Intussen heeft de politiek het antigodsdienstdiscours overgenomen op alle oriëntaties, behalve misschien centrumrechts.

Dat we om de een of andere reden tien gekken met bommen gelijkstellen aan een geloof dat in verschillende gradaties wordt gevolgd door meer dan een miljard mensen, zal daar zeker mee te maken hebben. En natuurlijk het feit dat de kerk uit Rome er niet in slaagt om haar misdadigers te berechten.

Maar we moeten echt duidelijk het onderscheid behouden. Het gaat tenslotte over onze cultuur. Dan bedoel ik niet: de zogenaamde Vlaamse cultuur (aka ‘een grote met mayonaise’) of zelfs maar de Europese tradities. Maar de cultuur die ons mensen maakt.

Kijk naar die moeder die bidt dat haar zoon op dat moment de moed vindt om dat podium op te wandelen en in dat kenmerkende stemgeluid zijn lijnen te brengen. Dat is in eerste instantie essentieel menselijk. Hoop en wanhoop, even sterk in elkaar verstrengeld als haar handen.

Hoor ik dan Siegfried Bracke, marketeer van ideetjes en gevreesd twitteraar, verkondigen dat hij aan een unief geen gebedsruimte wil zien, dan denk ik: die heeft het niet begrepen. Hij begrijpt het natuurlijk maar al te best, hij bespeelt op doorzichtige wijze zijn ingebeelde electoraat. ‘We zouden beter lessen Nederlands geven.’ Ja, man. Ja. Valsheid in een lodderig kostuum. Gentenaar uit de Kempen. Gelooft zijn eigen onzin niet eens.

Mochten stoere politici, figuren verkozen om publieke middelen te innen en te herverdelen, echt wat willen doen, dat ze dan stoppen met eender welke godsdienst te sponsoren. Een beetje zoals ze met cultuur doen, zeg maar. Behoud de Begeerte krijgt geen geld omdat het format niet verandert? Goed. Zo’n eucharistieviering, wordt dat eigenlijk vaak aangepast qua format? O ja, je had die ene keer toen ze stopten met dat Latijn. In 1962.

De jongen kwam uiteindelijk op de scène, trouwens. Praten durfde hij nog niet. Misschien volgend jaar.

HOOR IK SIEGFRIED BRACKE VERKONDIGEN DAT HIJ AAN EEN UNIEF GEEN GEBEDSRUIMTE WIL ZIEN, DAN DENK IK: DIE HEEFT HET NIET BEGREPEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content