Stripland Vlaanderen wil striperfgoed veiligstellen

Het stripmuseum in Brussel © BELGAIMAGE

Vlaanderen en bij uitbreiding heel België is een mekka van striperfgoed, maar een gepast beleid om die schatten van de negende kunst eer aan te doen, ontbreekt. Dat zeggen verschillende organisaties.

Stripgids, het Letterenhuis, de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience en LUCA School of Arts hebben het voorbije jaar een relatief groot onderzoek opgezet naar het striperfgoed. Die organisaties stelden op een conferentie zaterdag in Antwerpen dat, ondanks de vele initiatieven, het Vlaamse stripschoentje knelt.

Versnipperende stripcultuur

Vlaanderen concentreert een groot aantal stripfestivals, er zijn verschillende opleidingen (in zowel het deeltijds kunstonderwijs, musea, het hoger onderwijs als naschoolse vormingen), een resem uitgeverijen, een netwerk van stripwinkels, subsidies voor stripmakers en een bijzonder rijke geschiedenis van internationale verkoopkanonnen en stripmakers die alleen in eigen land groot waren.

De tekeningen van albums en aanverwante producten raken langzaam maar zeker verspreid, zonder een spoor na te laten

Steeds meer striperfgoed (originele platen, schetsen, voorbereidende notities, documentatie, correspondentie, afgeleide producten, teksten, foto’s, …) belandt op de markt. Steeds vaker worden de originele platen verkocht, hetzij door de maker zelf, hetzij door de familie van de stripmaker. Ook de successierechten, die bij het overlijden van een auteur betaald moeten worden, op basis van de financiële waarde van de collectie, spelen een rol.

De tekeningen van albums en aanverwante producten raken langzaam maar zeker verspreid, zonder een spoor na te laten. Dat hoeft geen slechte zaak te zijn, aangezien een stripverzamelaar tegenwoordig wel weet wat hij in handen heeft. De tijd dat van zodra de kinderen het huis uit waren, hun strips bij het afval werden gezet, is immers lang voorbij. Het problematische is dat die verspreiding de toegang tot het ‘bronnenmateriaal’ bemoeilijkt voor onderzoekers, tentoonstellingsmakers en uitgevers.

Twee opties

Gebaseerd op hun onderzoek komen de opstellers tot twee mogelijkheden om het striperfgoed beter te beheren. Mogelijkheid één is het oprichten van een nieuw centrum, dat naar het voorbeeld van het beroemde stripfestival van Angoulême de vijf erfgoedfuncties voor al het striperfgoed combineert: herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden en participeren.

Optie twee: het bestaande netwerk van erfgoedactoren versterken en komen tot sluitende afspraken én communicatie hierover bij de betrokkenen. Het gaat daarbij over het Letterenhuis (voor het archivalische erfgoed), de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience (gedrukte werken in kranten, striptijdschriften en albums) en het Belgisch Stripcentrum (originelen). Die laatste instelling wordt vooralsnog niet door de Vlaamse overheid gesubsidieerd en heeft ook geen (Vlaams) kwaliteitslabel binnen het Cultureelerfgoeddecreet.

Hier dringt zich een zware koerswijziging in het beleid op. Voor het opvullen van de nood aan overleg en expertisedeling tussen alle betrokkenen, ligt een rol weggelegd voor de vzw FARO, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, én voor Stripgids.

Om alle betrokkenen voor de zaak te sensibiliseren, heeft Stripgids een nieuwe, gratis brochure uitgebracht onder de Sus-en-Wisachtige titel ‘De Schitterende Schat’. De brochure kan opgehaald worden via diverse sites en op verzoek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content