Gruppo di Pawlowski @ ABClub: De hond in het kegelspel

Twintig jaar na Evil Superstars, maakt Mauro de podia onveilig met zijn al even losgeslagen Gruppo di Pawlowski. Dat zootje muzikale herrieschoppers bracht zopas de cd ‘Neutral Village Massacre’ uit. Een prima alibi om ook het podium van de AB in een slagveld te transformeren.

DA GIG: Gruppo di Pawlowski in ABClub, Brussel op 9/4.

IN EEN ZIN: Een concert als een overrompelende guerilla-aanval.

HOOGTEPUNTEN: ‘Monkey Hands/Perplexing Trousers’, ‘Jonge helden’, ‘Phone Call From A Ruin’, ‘Experiments in Haste’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE van Mauro: “Op al wat men mij vraagt, zeg ik ‘ja’. Want zo ben ik opgevoed.”

Op de planeet Mauro lopen veel verschillende personages rond, en ze zijn allemaal even authentiek. De grillige frontman van de Superstars, de naar avantgarde neigende improvisator, de Geletterde Mens, de melodieuze powerpopleverancier van Hitsville Drunks, de akoestische singer-songwriter, de man die Nederlandstalige luisterliedjes schrijft als Maurits Pauwels, de snarengeselaar bij dEUS, de producer van de jongste plaat van Roland, de man die af en toe met een balgroep een feestje opluistert: Mauro Pawloswki is of was het allemaal, omdat hij nu eenmaal niet wíl of niet kán kiezen.

Als artiest vertikt hij het een hiërarchie in zijn werk aan te brengen en daarmee brengt hij zowel pers als publiek van de wijs. Want wat is hoofdzaak en wat is bijzaak? Domme vraag, vindt Mauro zelf. Tenslotte laat hij zich leiden door zijn instincten en verkent hij ieder pad dat zijn horizon verruimt. Hij is een veelvraat die van alles wil proeven, omdat altijd dezelfde smaak op den duur gaat vervelen. Een muzikale duizendpoot, die zowel Frankie Goes to Hollywood als John Zorn apprecieert. Een man met vele gezichten, maar vooral, een niet in te tomen creativiteit.

Twee weken geleden verscheen ‘Neutral Village Massacre’, het bij Steve Albini in Chicago ingeblikte debuut van Gruppo di Pawlowski. Echt nieuw kun je dat sextet echter niet meer noemen. Het is, bij tussenpozen, al actief sinds 2007 en enkele van de songs kwamen, zij het in afwijkende versies, al voor op ‘Truth and Style’, een langspeler van Mauro’s eerdere project Otot (een omkering van Toto). Maar de groep vertoont ook raakpunten met Somnabula, waarmee hij in 2004 ‘Swamps of Simulation’ op de wereld afvuurde.

Primitief

Zelf bestempelt de frontman Gruppo di Pawlowski als een ‘asociaal feestorkest’. Bij dit gezelschap is Mauro de onbetwiste leider en spilfiguur: de dirigent die precies bepaalt wie mag soleren en op welk moment en die beslist wanneer een nummer dient te worden afgerond. Maar tegelijk gedraagt hij zich als een hond in een kegelspel, een rol die hem overigens bijzonder goed afgaat.

De muziek van het combo klinkt tegelijk primitief en gesofisticeerd en is geïnspireerd door scherpgerande Amerikaanse noise- en undergroundbands uit de eighties en nineties, zoals Big Black, The Jesus Lizard, Trumans Water of, dichter bij huis, de hoekige funk van TC Matic. Maar Pawlowski laaft zich zeker ook aan de gekte van Zappa en Beefheart. Op het podium gooit hij alle remmen los en wordt hij het middelpunt van een dionysisch tafereel. De zanger beweegt zich over het podium als een sjamaan die met zijn wilde spasmen de aandacht van de goden poogt te trekken en het resultaat houdt het midden tussen situationisme en muzikale action painting.

Toch is de muziek van Gruppo di Pawlowski doordachter dan je op het eerste gehoor zou vermoeden. De nummers zitten vaak ingenieus in elkaar en zijn het product van gecontroleerde anarchie, ook al vliegen ze, zeker op het podium, regelmatig uit de bocht. Maar zoals Mauro tijdens de set zelf herhaaldelijk opmerkte: “Het maakt allemaal niet uit.” De zigzaggende scheermesgitaren van Elko Blijweert en Sjoerd Bruil, de even strakke als explosieve ritmen van Jeroen Stevens, de logge baslijnen van Younes Zahnoun en de kregelige synths van Pascal Deweze creëerden alvast een geluidsbeeld waarin de zanger, als een geflipte secteleider, ongeremd te keer kon gaan. Pawlowski zelf brabbelde intussen een fictief taaltje en wond zich op over het feit dat het concert rechtstreeks werd gestreamd via AB-TV (“Wie ons wil zien, moet maar komen kijken”).

Hoofdpijn

‘Do the Watching The Ex-Wives Dance Dance’ begon nog een beetje aarzelend, maar zodra de nerveuze bas de intro inzette van ‘Monkey Hands/Perplexing Trousers’ was het hek van de dam en lieten de muzikanten het nummer vrolijk ontsporen. ‘The Oldest Goddess of All’, dat herinnerde aan Big Blacks ‘Bad Penny’ en waarin zich een duivels kermiswijsje verschool, werd snel en striemend gespeeld, terwijl in’Hey Fat Sinister Genius’ de knarsende en piepende synths -ook Bruil boog zich nu over de toetsen- de hoofdrol opeisten. Toch kwam Gruppo di Pawlowski aanvankelijk niet zo scherp en overweldigend uit de hoek als verhoopt. Toen Mauro, naar aanleiding van de jaren negentigweek van Studio Brussel vroeg of iemand een goeie song uit dat decennium kende, suggereerde iemand ‘Killing in the Name’ van Rage Against the Machine, waarop de band prompt een geïmproviseerde versie van dat nummer inzette.

“Jaag ons vooral niet op, want dan worden we onzeker en brengen we er niks meer van terecht”, riep Mauro. Om vervolgens een reeks hoogtepunten uit zijn denkbeeldige hoed te toveren, waaronder het even bezeten als overweldigende ‘Jonge helden’ (oorspronkelijk van Arbeid Adelt!) en het theatrale ‘Phone Call From A Ruin’, waarin Deweze een ‘solo’ mocht geven die uit schrapende en schurende elektronoise bestond. “I’ve got a headache”, zong Mauro, languit op het podium liggend in ‘Truth and Style’, om vervolgens één van zijn schoenen uit te trekken en er hard mee tegen zijn voorhoofd te meppen. De boodschap was duidelijk: aspirine is voor doetjes. En tijdens ‘Experiments in Haste’, een song als artillerievuur, ontaardde de set al helemaal in verschroeiende waanzin.

Tijdens de eerste bis maakte een ons onbekende, uit het publiek opgedoken gastzanger zich meester van de microfoon en met ‘Back From the Woods’, weerklonk het laatste vernietigende salvo van Gruppo di Pawlowski. Dit was een concert als een ritueel. Of eerder nog, als een overrompelende guerilla-aanval. Tegen zo’n overmacht was niemand opgewassen, dus wisten we nog net op tijd een witte vlag uit onze achterzak te peuteren. Anders hadden we het wellicht niet meer kunnen navertellen.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Do the Watching the Ex-Wives Dance Dance / Monkey Hands/Perplexing Trousers / The Oldest Goddess of All / Hey Fat Sinister Genius / I Can’t Stop Talking / Killing in the Name (Improvisation) / ? / Jonge helden / Phonecall From a Ruin / Looking For A People / Truth and Style / Experiments in Haste // ? / Back From the Woods.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content