Dora van der Groen (1927 – 2015): ‘Ik ben niet bang voor de dood’

© GVA
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Dora van der Groen is zondag 8 november 2015 overleden. Ze werd 88 jaar. Van der Groen was niet alleen een uitzonderlijk getalenteerde actrice die met grote film-, televisie- en theaterregisseurs werkte. Ze leidde ook verschillende generaties theatermakers op, met behulp van ‘de vijf P’s’.

‘Het ongrijpbare heeft me altijd gefascineerd. Ik denk dat ik deels daarom toneel ben gaan spelen. Het is iets wat niet concreet is. Het bestaat maar in het ogenblik. Je houdt er niets van over. Herinnering misschien.’, dat vertelde Van der Groen aan Anna Luyten in een interview voor Knack, verschenen op 11 maart 1998. En Van der Groen laat veel herinneringen na, als actrice, als regisseur én als uiterst inspirerend toneeldocent.

Het ongrijpbare heeft me altijd gefascineerd. Ik denk dat ik deels daarom toneel ben gaan spelen.

Lieve, kunstminnende ouders

Dora van der Groen werd op 10 maart 1927 geboren in een familie die van de kunsten hield. Haar vader was cellist in de opera en over haar ‘ontzettend lieve’ ouders vertelde v der Groen dat ze van hen ‘een gevoel voor schoonheid’ heeft meegekregen.

Die schoonheid zoekt ze vanaf haar zestiende – de Tweede Wereldoorlog was nog bezig – in het theater. Ze loog dat ze zeventien was om aanvaard te worden. Dat was Dora van der Groen ten voeten uit: moedig zijn en vechten voor wat ze wilde. Die levensles krijgt ze van haar moeder die altijd zei ‘je moet moedig zijn, Dora’. Dat is ze, zo getuigt haar levensloop.

Een moedige actrice, regisseur én moeder

Van 1944 tot 1949 krijgt ze les van onder meer Joris Diels, Lea Daan én – aan De Studio van Het Natiole Toneel – Herman Teirlinck. Die ontmoeting met Teirlinck zal haar blik op de kunsten en het leven voorgoed veranderen: ‘Hij heeft me geleerd te staan in het leven als een boom, de wortels diep in de aarde, de kruin uitwaaierend in oneindigheid, de seizoenen aan de takken te voelen, te buigen in de wind, te genieten van diepe inkervingen in de bast, te ademen met de natuur.’

Teirlinck heeft me geleerd te staan in het leven als een boom, de wortels diep in de aarde, de kruin uitwaaierend in oneindigheid, de seizoenen aan de takken te voelen, te buigen in de wind, te genieten van diepe inkervingen in de bast, te ademen met de natuur.

Ze start haar carrière bij de KNS (de Koninklijke Nederlandse Schouwburg) in Antwerpen en ontmoet er haar levens- en toneelpartner Tone Brulin, met wie ze twee zonen zal krijgen. Ze experimenteren samen met theatervormen en maken poppentheater. In 1955 gaat het duo aan de slag bij de Brusselse KVS, maar van der Groen blijft ook spelen in Antwerpen. Ze beleeft haar meest succesvolle én drukke periode als actrice. Begin jaren zestig stapt ze uit dat drukke bestaan – ‘Anderen stopten mijn kinderen toe. Dat was waanzin.’ – en uit haar huwelijk met Brulin. Ze gaat aan de slag bij de toenmalige BRT en krijgt samen met haar partner Wies Andersen een zoon. Al zegt ze het theater niet helemaal vaarwel. Zo speelt ze in 1964 Lady Macbeth in Macbeth van Théâtre du Parc en in 1971 speelde ze in Leonard Bernsteins Kaddish-Symfonie, uitgevoerd door het Nationaal Orkest van België (in samenwerking met Basilica-concerten Tongeren, het Festival van Vlaanderen en de toenmalige VRT Radio 3).

Bij de BRT ontdekt ze het plezier van spelen voor (en met) de camera. Na haar filmdebuut in 1955 (Meeuwen sterven in de haven) speelt ze in tal van televisieseries mee, zoals in Kapitein Zeppos, Wij, heren van Zichem, Moeder, waarom leven wij, Bex en Blanche en in Terug naar Oosterdonk. De film die haar misschien wel de meeste bekendheid bezorgde, was Lieven Debrauwers Pauline en Paulette. (2001).

Een begeesterend pedagoog

In de jaren zeventig proeft van der Groen van het onderwijzen aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen. Tegelijkertijd ontdekt ze dankzij Jan Foudraines Oorspronkelijk gezicht de Bhagwan en het boeddhisme. Uit die ervaring haalt ze inspiratie én een woordenschat om over het acteren te praten. Die komt van pas wanneer ze vanaf 1978 tot 2009 directeur wordt van de toneelopleiding aan het conservatorium. Vanaf 2000 versmelt die opleiding met de opleiding van Studio Herman Teirlinck, tot groot ongenoegen van van der Groen.

Zij wordt door haar leerlingen – onder wie Luk Perceval, Peter Van den Eede, Frank Focketyn en Warre Borgmans – en door iemand als Ivo van Hove (die ze enorm bewonderde en een van haar beste vrienden werd) op handen gedragen. Allemaal krijgen ze Van der Groens theorie over ‘de vijf P’s’ mee: persoonlijk, plezier, pijn, poëzie en ‘de vijfde is perversiteit. Daar bedoel ik mee, en dit moet je goed opschrijven: een product van de geest dat zich manifesteert in edele creaties van onnatuurlijkheid. Dat is de beste definitie die ik er tot nu toe voor gevonden heb.’ En rondom dat alles knoopte ze graag ‘een grote strik humor’.

In de jaren negentig ontpopt ze zich, dankzij Ivo van Hove, ook als regisseur bij Het Zuidelijk Toneel. Ze regisseert onder meer het bejubelde Thyestes (Hugo Claus) en De kus van de spinvrouw (Manuel Puig).

‘De dood hoort bij het leven’

In 2010 ontvangt ze de artistieke titel Maestro Honoris Causa. Het is de eerste keer dat een niet-musicus de onderscheiding krijgt. In 2013 verhuist ze naar Huis Perrekes in Geel, een kleinschalig huis voor mensen met dementie.

De dood hoort bij het leven, dat had mijn moeder mij vaak gezegd.

‘Podium of witte doek hadden geen geheimen voor haar: Leading Lady Dora van der Groen tilde theater en film naar een hoger niveau. Dank.’, aldus Vlaams Minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) op Twitter.

Het laatste woord is voor Dora Van der Groen: ‘De dood hoort bij het leven, dat had mijn moeder mij vaak gezegd. Ze is in mijn armen gestorven. Op haar begrafenis had ik mijn beste jurk aangetrokken, een witte. Er was veel wit te zien die dag. Mijn zonen, sommige vrienden, ze droegen wit. Ik had een mand vol rozen meegenomen. Iedereen legde een roos op haar as. Een berg rozen. Later ging iedereen mee naar ons huis. Een van mijn zonen had heerlijk gekookt. Er heerste een zachte stemming van liefde. Het was een stille dag. Een dag met een glimlach. Ik ben niet bang voor de dood.’ (Uit het interview met Anna Luyten voor Knack, 11 maart 1998).

Els Van Steenberghe

Een fragment uit Pauline en Paulette:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content