Waarom Jack White de eerste demo van Elvis Presley kocht: ‘Ik wil niet bezitten, maar bewaren’

© /

Weinig mensen die meer verzamelen, bedenken en maken dan Jack White. ‘Ik ben jaloers op mensen die zich zonder schuldgevoel een moment van luiheid toestaan.’

Knack Focus brengt deze week een exclusief en uitgebreid interview met Jack White. Daarin vertelt hij uitgebreid waarom net hij, de antiquair van de rock die gek is van stokoude blues en country, op zijn nieuw plaat Boarding House Reach uitgebreid experimenteert met hiphop. Toen hij jong was, midden jaren tachtig, hoorde hij in de Cass Corridor, de verlopen Detroitse buurt waar hij opgroeide, naast Mexicaanse muziek alleen maar hiphop. Uit de boombox naast het basketbalveld kwamen LL Cool J en Run DMC gestuiterd.

‘Ik rap van ’s morgens tot ’s avonds! Maar dan meestal voor de grap, terwijl ik de vuilzakken buiten zet. Alleen heb ik mezelf zo lang en hard getraind in het idee dat een songschrijver moet zingen dat het moeilijk is om dat van me af te schudden. Nu, in feite is het beter als je verwarring schept. Als ik vroeger een tekst afratelde, noemde niemand het rap omdat het gecamoufleerd was.’

Jack White is een man van vele passies. Hij is acteur en filantroop, meubelstoffeerder en ontwerper, uitgever (Third Man Books biedt kinder- en kunstboeken, poëzie, novelles, en een biografie van The Stooges) en verzamelaar. Een greep uit de obscuriteiten waar hij ooit grote sommen voor neertelde: een huis in Kalamazoo, Michigan van de modernistische architect George Nelson (‘zo heeft hij er in de States maar een handvol gebouwd’), de eerste demo van Elvis Presley, een exemplaar van het Amerikaanse stripblad uit 1938 waarin Superman voor de allereerste keer zijn opwachting maakt, en de sofa uit de befaamde Sun-studio in Memphis waarop edel volk als Bob Dylan, Jerry Lee Lewis en Johnny Cash ooit de derrière heeft neergevlijd.

‘Ik ben jaloers op mensen die zich zonder schuldgevoel een moment van luiheid toestaan.’

Jack White

Conservator

‘Ik zie mezelf als een conservator’, zegt White daarover. ‘Ik koop iets, herstel het in ere en draag er goed zorg voor. Het is mijn vaste overtuiging dat bezit niet bestaat. Nobody owes anything. Bewaren is een beter woord. Het interesseert me geen fluit om te investeren in olie of groot vastgoed. Ik wil wél geld spenderen aan dingen die ik zinvol vind, dingen waar ik van hou en iets van afweet. En die wil ik ook tonen. Het zou bekrompen zijn om een Van Gogh in huis te hebben en die nooit aan iemand te laten zien.’

‘Ik denk niet dat er in mijn volwassen leven ooit een dag is voorbijgegaan waarin ik niets heb gemaakt of bedacht. Ik ben constant bezig, met mijn handen en mijn verstand. Waarschijnlijk omdat het voelt alsof ik een achterstand heb. Ik heb tonnen ideeën, sommige daarvan jaren oud, die ik nog wil uitvoeren.’

‘Ik geef toe: ik ben jaloers op mensen die zich zonder schuldgevoel een moment van luiheid toestaan. Anderzijds zie ik er het gevaar van in. Als ik achterover zou leunen en volop de vruchten van het leven zou plukken, zou ik de kunst compleet verwaarlozen.’

Lees het volledige interview met Jack White in onze +zone of in de Knack Focus van 14 maart 2018.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content