De Summer of Love in België: ‘We beseften al snel dat de revolutie er nooit zou komen’

Miek en Roel © /
Joshua Migneau

1967: hét jaar van de rock en de flowerpower. Aan de overkant van het water droegen ze bloemen in hun haar en staken ze hun gitaren in brand. Maar hoe zag die zogenaamde zomer van de liefde er in België uit? ‘Het was een illusie, maar wel een héél mooie.’

Lees de Grote Verhalen van de Summer of Love en je zou denken dat België toen niet eens bestond. Maar kijk even nader en je zal merken dat een heleboel Belgen de hoofdrol in de minder bekende hoofdstukken van het jaar 1967 spelen. In het begeerde voorprogramma van Jimi Hendrix in de Parijse Olympia: The Pebbles uit Hoboken. Op tournee als openingsact én begeleidingsband van Dave Berry en Cat Stevens: The New Inspiration, de band rond Gentenaar Danny Sinclair. En zingend – in het Nederlands! – in de hippe folkclubs van Londen was Roel Van Bambost, die samen met zijn vrouw Monique Holvoet het duo Miek en Roel vormde.

Voor Roel, nu 74 jaar, begon het allemaal met Bob Dylan in 1965. ‘Dat jaar verscheen Mr. Tambourine Man van The Byrds. Ik hield van dat nummer. Dus kocht ik de single. Op de achterkant las ik: ‘Geschreven door Bob Dylan.’ Die naam zei me niets, maar wie een song als Mr. Tambourine Man kan schrijven móét wel goed zijn.’

De Summer of Love in België:  'We beseften al snel dat de revolutie er nooit zou komen'
© /

‘Dus begon ik naar zijn platen te zoeken. Maar hoeveel winkels ik ook deed, ik kwam Dylan nergens tegen. Tot een werknemer van een Gentse platenwinkel Bob Dylan in een dikke catalogus terugvond onder de noemer jazz. Jazz… Ze wisten duidelijk nog niet wat ze met hem moesten aanvangen (lacht).

Ik heb dan nog enkele weken moeten wachten totdat mijn eerste Bob Dylan-plaat uit Amerika toekwam. In die tijd moest je soms echt hard werken om een album op te sporen.’

‘Ik had The Times They Are a-Changin’ gekocht en Dylans teksten brachten mij compleet van de wijs. Zijn woorden legden de vinger op zoveel van onze wonden. We leefden toen in een periode van protest, tegen de kerk, de staat en de gevestigde maatschappij.

Hoeveel winkels ik ook deed, ik kwam Dylan nergens tegen. Tot een werknemer van een Gentse platenwinkel Bob Dylan in een dikke catalogus terugvond onder de noemer jazz.

Roel Van Bambost

In Leuven protesteerde men vooral over de communautaire kwestie, in Brussel over atoomwapens en in Gent over Vietnam. Een modewoord was toen ‘drop-out’, bedoeld voor studenten en arbeiders die alles achterlieten, het haar lieten groeien en op de straat gingen leven. Met zijn muziek verwoordde Dylan wat ik en zovele anderen toen voelden. Na Dylan had ik geen zin meer om met mijn toenmalige rock-‘n-rollgroep The Ropes nog dansoptredens te geven.’

Met Dylan als voorbeeld verkende Roel samen met zijn geliefde Miek het protestlied. Eerst Engelstalige covers, daarna Nederlandstalige bewerkingen. ‘Zwartbergblues, een adaptatie van Bob Dylans North Country Blues, was een van onze eerste nummers in het Nederlands. Dylan zong daarin al over mijnwerkers, maar samen met onze vriend Miel Appelmans maakten we er een voor ons relevantere versie van: over de mijnwerkers in het Genkse Zwartberg die tijdens een staking werden beschoten door de rijkswacht, met twee doden tot gevolg. Dat nummer kwam toen hard aan.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘In september 1967 volgde onze debuutplaat Je Kan Nooit Weten, gevuld met originele folksongs. Miek en ik zongen in het Nederlands, Roland Van Campenhout speelde gitaar. We werden bekender dan we ooit hadden verwacht. Vooral single Wie Wil Horen (eind de jaren negentig opnieuw bekend geworden als ’t Smidje van Laïs, nvdr.) kwam in heel wat jukeboxen terecht.’

‘We traden overal in België op. Telkens was het muisstil in de zaal: iedereen luisterde intens naar onze muziek. Nadien hadden we vaak discussies met het publiek over onze teksten. Die gesprekken duurden vaak langer dan onze eigenlijke optredens.’ (lacht)

The Pebbles

Protesteren deden de Belgen in de kleinkunst, experimenteren dan weer in de rock. Fred Bekky (73) richtte in september 1964 samen met Bob Baelemans The Fredstones op, een rockband die even later tot The Pebbles omgedoopt werd. ‘Dat was op aangeven van Norman Petty, tevens de producer van Buddy Holly. Hij vond The Fredstones maar niets en stelde The Pebbles voor. Wij kenden The Flintstones nog niet en wisten dus niet wie Pebbles was. Maar Petty kwam uit Amerika: we vonden alles goed wat die man ons te vertellen had.’

The Pebbles.
The Pebbles.© /

In 1967 scoorde The Pebbles een eerste grote hit: Get Around, dat op één kwam te staan in de BRT-top 30. Radioprogrammeur Mike Verdrengh heeft de band al meermaals bedankt voor die single, want hij was al een tijdje op zoek naar een Belgische band die zijn nek durfde uit te steken.

‘En wij hebben hem al vaak terug bedankt, want de media in die tijd waren het niet gewoon om ruggensteun te bieden aan jonge Belgische rockbands. Logisch ook: vóór 1967 waren er nauwelijks bands in België om te steunen. Op de hoek van elke straat speelde er wel een groepje, maar die brachten enkel covers van de groten uit het buitenland: The Beatles, The Rolling Stones, Buddy Holly en andere usual suspects. Wij zijn ook zo begonnen, maar het duurde niet lang vooraleer we onze eigen nummers schreven. Dat voelde toen echt alsof we van nul begonnen.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘In de sixties was alles nieuw. Vaak kwamen mensen voor we optraden naar onze versterkers en elektrische gitaren kijken. Een smalle plaat met snaren op waar een monsterachtig geluid uitkwam? Dat was wonderbaarlijk! Je had toen geen spectaculaire lichtshow nodig om te overdonderen. Zo’n gevoel van verwondering kunnen we nu nooit meer hebben: alles is nu al gedaan. Daarom waren de sixties de mooiste periode uit de muziekgeschiedenis.’

‘De mentaliteit waarmee de jeugd toen in het leven stond was prachtig. Alles kon, alles mocht. Natuurlijk hebben we daar ook van genoten (lacht). De vrije liefde waaide over en we leerden het begrip groupies kennen. We experimenteerden ook met softdrugs. Je mag natuurlijk niet verslaafd geraken aan zo’n dingen, maar je moet het toch allemaal wel eens geprobeerd hebben.’

Op 10 oktober 1967 verzorgde The Pebbles het voorprogramma van Jimi Hendrix in de Olympia in Parijs. ‘Op voorhand waren we vooral enthousiast omdat we in de Olympia mochten spelen. Pas achteraf beseften we wat een big deal dat eigenlijk was. De zaal zat vol met beroemdheden: Françoise Hardy, Johnny Hallyday, leden van The Rolling Stones en The Mamas & The Papas. En Hendrix was waanzinnig. Journalisten schreven altijd dat hij de liefde met zijn gitaar bedreef. Bleek dat dat gewoon klopte.’

We beseften al snel dat die revolutie waar zovelen het in ’67 en ’68 over hadden, nooit zou komen. Mensen hadden te veel te verliezen: hun job, tijd of aanzien.

Roel Van Bambost

The New Inspiration

Met zijn groep The New Inspiration doorliep Danny Sinclair (71) eenzelfde traject als The Pebbles: van coverband tot vaderlandse rockpionier. In 1967 deed de zelfgeschreven single You Made A Fool Of Me het uitstekend in de top 30 én was het een favoriet van zeezender Radio Caroline.

Van de zoete vruchten van de Summer of Love heeft Sinclair weinig geproefd: ‘Ik trouwde in 1968, dus met de meisjes heb ik weinig ervaring. Aan drugs hebben we ons ook nooit gewaagd: alcohol was ons enige roesmiddel.’

Maar Sinclair was verder helemaal mee met de Angelsaksische cultuur: ‘Ik herinner me die dag in juni dat Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band uitkwam nog levendig. Ik kreeg maar niet genoeg van die plaat. Dat was jamais entendu: zo ongewoon, zo goed. Met The New Inspiration mochten we even later een nummer spelen op de Franse nationale zender. Daarvoor hadden we kostuums gehuurd in de stijl van Sgt. Pepper’s, met kleurrijke versierinkjes en al. De Fransen vonden ons formidabel.’

‘Een aantal van onze platen zijn nadien op het Apple-label van The Beatles verschenen. Dan mochten we op bezoek in hun indrukwekkende kantoor in Londen. Alles was er wit: van de vloer en de meubels tot de kleren van de werknemers. Ik heb toen maar één iets gekleurd gezien: de dikke, bruine mantel waarin Yoko Ono van kop tot teen gehuld was. Ze stond naast John Lennon, maar voor meer dan een knik met het hoofd hadden zij natuurlijk geen tijd.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De beste herinneringen heeft Danny Sinclair aan de meerdere tournees met Dave Berry. ‘Wij speelden in zijn voorprogramma én fungeerden tegelijk als zijn begeleidingsband. We kregen geen partituren of zo, we speelden die nummers gewoon op het gehoor. Berry had altijd de gewoonte om de titel van een nummer te roepen, waarna we zo snel mogelijk moesten invallen. Het maakte niet uit of we de song in kwestie al eens gespeeld hadden, wij schoten altijd meteen in gang.’

‘Dave Berry dronk graag whisky. Wij hebben hem ook geleerd pinten te pakken. Zijn favoriete biertje? Tuborg. Geregeld moesten we hem uit zijn bed sleuren voor een optreden. Dan dronk hij een fles Johnnie Walker als ontbijt. Het paste natuurlijk allemaal bij zijn act. Ongeacht hoeveel hij dronk, hij zong altijd geweldig.’

De ontgoocheling

De dromen en idealen van de Summer of Love waren zo’n drie jaar later al zo goed als verdwenen. Danny Sinclair wisselde The New Inspiration in voor een solocarrière. Luc Smets, co-auteur van het meesterwerk Seven Horses In The Sky (1968), en drummer Marcel De Cauwer verlieten na een geschil met de overige bandleden The Pebbles. En Miek en Roel brachten in samenwerking met Appelmans het bijtende De Grote Revolutie uit:

‘De revolutie is er nooit gekomen

Iedereen had zo z’n tijdelijk bezwaar

Was bezorgd om z’n auto, z’n huis en z’n huur

Of keek liever naar Feyenoord-Standard.’

‘We beseften al snel dat die revolutie waar zovelen het in ’67 en ’68 over hadden, nooit zou komen,’ zegt Roel. ‘Mensen hadden te veel te verliezen: hun job, tijd of aanzien. Het definitieve kantelmoment was 6 december 1969, toen vier mensen overleden tijdens en na het optreden van The Rolling Stones op het Altamont Free Concert. Onder meer een jongeman van achttien werd neergestoken. De boodschap ‘Make love, not war’ had daarna nog maar weinig betekenis.’

‘De revolutionaire jaren zestig waren een illusie,’ vervolgt Roel. ‘Een héél mooie illusie, dat wel. Maar als de Summer of Love iets betekende, dan was het wel de start van een evolutie naar een vrijere samenleving. En ik prijs me gelukkig dat ik die periode heb meegemaakt.’

Op de vraag of hij de jaren zestig mist, antwoordt Fred Bekky: ‘Je mag niet blijven hangen in het verleden, dan mis je wat er voor je ligt.’

Danny Sinclair sluit af: ‘Ik ben 71 jaar. Ik ben blij dat ik kan zeggen dat ik niets gemist heb, want anders was het hopeloos te laat.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content