Brutus in de AB Club: Intens hard maar verteerbaar

Brutus © -
Joshua Migneau

Overrompelend was het, hoe Brutus tekeerging tijdens het uitverkochte releaseconcert van zijn debuutalbum ‘Burst’. En als ‘de drie boerkes uit Leuven’ in de AB Club één ding duidelijk maakten, dan wel dit: they’re here to stay.

DA GIG: Brutus in de AB Club, Brussel op 4/2.

IN EEN ZIN: In de uitverkochte ‘zolderkamer’ van de AB stelde Brutus zijn huiveringwekkend intense debuut ‘Burst’ voor via een zo mogelijk nog intensere liveshow.

HOOGTEPUNTEN: ‘Justice De Julia II’, ‘Bird’, ‘All Along’ en ‘Horde’.

DIEPTEPUNT: ‘Baby Seal’, vanwege de ietwat kinderlijke lyrics: ‘Seal, mother seal, she cries because she’s sad.’

BESTE QUOTE: ‘Wij zijn Brutus, drie boerkes uit Leuven, en jullie zijn nu al zalig’, zei drumster en spilfiguur Stefanie Mannaerts aan het begin van de show.

Je hoeft Brutus niet eens te horen om te weten hoe ze klinken. Of hun groepsnaam nu verwijst naar dat dikke, bebaarde boefje uit Popeye, naar de Romeinse politicus die volgens de geschiedenisboeken Julius Caesar vermoordde of naar het Latijnse woord dat simpelweg ‘bruut’ en ‘zwaar’ betekent, één ding is zeker: drumster Stefanie Mannaerts, gitarist Stijn Vanhoegaerden en bassist Peter Mulders zijn geen katje en katers om zonder handschoenen aan te pakken.

Het trio nam zijn tijd voor de zopas verschenen eerste Brutusplaat ‘Burst’: al in 2014 begonnen ze eraan te werken. Maar de songs werden voor de release wél al uitvoerig uitgetest: in zweterige cafés, via gigs in de UK én op Pukkelpop. Resultaat: Brutus heeft nu al een eigen, volmaakt geluid, met de zwaarte van metal en hardcore, en met vleugjes postrock en shoegaze om de boel wat te ‘verlichten’. Brutus is intens, maar toch verteerbaar.

Het Belgische antwoord op Swans

Drie jaar hebben we dus moeten wachten op die eerste Brutus. Een extra uurtje kon er dan nog wel bij. Tijdens dat uurtje warmde de vierkoppige noiserockband El Yunque het publiek op. Wat we van hun set onthouden hebben? Dat een rockband geen bassist nodig heeft. Dat een zanger gerust met zijn rug naar het publiek mag staan. Dat drummer Jules Jordens de allergekste van dit Limburgse schorriemorrie is. Dat je blijkbaar wel heel boos kunt zijn op Michael Jordan (zie openingsnummer ‘Scottie Pippen’). En vooral: dat El Yunque het Belgische antwoord op Swans aan het worden is.

Maar: ondanks de passie en de goede intenties van deze band, schoot de muziek toch net iets te veel kanten uit, en was de groove op te weinig momenten aanwezig.

‘Weeral een traag nummer, sorry’

Aan grooves geen gebrek bij hoofdact Brutus. Integendeel zelfs: al vanaf opener Marchoverstelpte het trio de AB Club met waanzinnige riffs, zompige baslijnen, stormachtige geluidsuitbarstingen en… plotse stiltes. Ook Horde II, Drive en single All Along raasden voorbij en lieten steevast een verbrande geur achter.

Zelfs de meer langzame songs – ‘oh nee, weeral een traag nummer, sorry!’ excuseerde Stefanie Mannaerts zich daarvoor – klonken verschroeiend. Voorbeeld bij uitstek is Bird, misschien wel het meest ontwikkelde nummer uit Brutus’ nog jonge catalogus. Daarin nam Steak Number Eight-drummer (en Mannaerts’ lief) Joris Casier de percussieve taken van zijn wederhelft even over, opdat zij zich kon focussen op zingen en headbangen. ‘I was all alone, but never lost’, keelde Mannaerts. Een zinsnede die nog urenlang bleef nazinderen.

Eviva España

Mannaerts is naar eigen zeggen ‘uit armoe’ de zangeres van Brutus geworden; lange tijd verzette ze zich tegen die rol. Ten onrechte, want ze kan als geen ander brullen én fluisterend zingen, zonder dat haar agressieve drumspel eronder lijdt. Ook haar capaciteiten als frontvrouw onderschat ze. ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen, en als ik het wist zou het toch weer op niets trekken’, stamelde ze tussen twee nummers door. Het applaudisserende publiek kon er wel mee lachen.

Er volgde nog een genadeloze bisronde. En dan, na vijftig minuten, gingen de lichten aan en verliet Brutus het podium. Op de tonen van … Eviva España. Geen willekeurig gekozen plaat, want hij werd geschreven door Leo Caerts, dertien jaar lang de orkestmeester van Will Tura, maar ook en vooral de opa van Stefanie Mannaerts. Na vanavond is het klaar en duidelijk: de appel heeft misschien een andere (klank)kleur, maar hij is uiteindelijk toch niet zo gek ver van de boom gevallen. Eviva Brutus!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content