Dit boek zal de F-16’s niet uit het Syrische luchtruim halen, maar het is wél straffe literatuur

© .
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Twee broers slaan op de vlucht voor het oorlogsgeweld maar raken elkaar tijdens hun gruweltocht kwijt. Tussen hen in: een kil en onverschillig Europa. En honden en hekken en prikkeldraad, messcherp, zoals de taal van hun bedenker.

Amir lijkt het maar niet te begrijpen: die kleine uitsparing naast het motorblok, daar past toch niemand in? Vertwijfeld kijkt hij achterom, naar zijn broertje – waar zullen ze hem verbergen? Maar het menselijke lichaam is plooibaar en smokkelaars hebben stevige armen die vlees kunnen samenpersen tot een machineonderdeel. Ademen is een luxe en ook dieseldampen bevatten een restantje zuurstof, dus Amir mag niet klagen. De vrijheid lonkt, Europa is amper een etmaal verwijderd.

Centrale zin: Europa: dat zijn corridors, snelwegviaducten, logistieke centra – en vooral hekken.

Er was geen toekomst meer in Syrië. Een Palestijnse medevluchter vat het in het asielcentrum bondig samen voor zijn ondervrager: ‘De Duitsers zijn begonnen met de Joden te vermoorden. De Joden ontvluchtten Europa, pikten ons land in en hebben mijn overgrootouders gedood, dus zijn we naar Syrië gevlucht. In Syrië is iedereen elkaar aan het doodmaken, dus ben ik op de vlucht naar Duitsland. Wat is daar zo moeilijk aan te begrijpen?!’ Even later zal de Palestijn in een park in elkaar getrapt worden door extreemrechtse jochies. Op veel begrip hoeft hij vooralsnog niet te rekenen en ook Amir en zijn broertje zullen menige klap incasseren.

Dit boek zal de F-16's niet uit het Syrische luchtruim halen, maar het is wél straffe literatuur

De vluchtelingencrisis heeft een stroom aan sterke boeken opgeleverd. Denk maar aan Vertel me het einde van Valeria Luiselli, Exit west van Mohsin Hamid of Dit zijn de namen van Tommy Wieringa. Wie beweert dat literatuur zich beperkt tot taalkundige navelstaarderij moet dus dringend naar de boekhandel en mag daar meteen Materiaalmoeheid van Tsjechisch wonderkind Sindelka op de toonbank leggen. Want Sindelka verbluft. Door een vernauwd vertelperspectief te hanteren en zijn indringende zintuiglijke taalgebruik voel je de gruweltocht van Amir en zijn broertje fysiek op je inwerken – niet zelden wekken zijn zinnen weerzin op en moet je naar adem happen vooraleer je een nieuwe alinea aanvat. Vooral de verpletterende eenzaamheid van de twee vluchtelingen schrijnt: in het hele boek komen ze amper levende wezens tegen. Of het moeten andere verschoppelingen zijn: zwervers, loonslaven, eenzaten weggestopt in suburbia – het neoliberale Europe is een desolate plek, een dolgedraaide machine die haar inwoners opvreet en uitspuwt.

Sindelka spot ook met onze hypocriete verontwaardiging als het op oorlog aankomt. In een pijnlijke scène zet hij een oorlogsjournalist in zijn camouflagehemd en het broertje – hij blijft naamloos, krijgt alleen een nummer – verlustigt zich tijdens een kraak in een schietspel dat de straten van zijn thuisstad als decor heeft. Geweld is entertainment geworden en we kopen onze schuld af met een tranerige post op Facebook. Helaas zal ook het lezen van Materiaalmoeheid de F-16’s niet uit het Syrische luchtruim halen, maar dat dit straffe literatuur is, daar bestaat geen twijfel over.

Materiaalmoeheid

Marek Sindelka, Das Mag (oorspronkelijke titel: Únava materiálu), 278 blz, 19,99 euro.

Marek Sindelka

De nog jonge Marek Sindelka (°1984) wordt nu al met Milan Kundera vergeleken. Zijn snel aangroeiende oeuvre én zijn aandikkende prijzenkast ondersteunen die bewering en wie zijn werk leest – zijn roman Anna in kaart gebracht (2014) gooide ook al hoge ogen – gaat snel overstag. Opnieuw goed gezien van Das Magazin. Op dinsdag 5/6 komt Sindelka trouwens naar boekhandel Limerick in Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content