Belgische artiesten met mentale beperking stelen de show op stripfestival Angoulême

Een improvisatie met Suske en Wiske van Jean Leclercq. © GF
Gert Meesters
Gert Meesters Stripjournalist voor Knack Focus.

De expo’s over président Hermann en Guust Flater ten spijt: de opvallendste Belgen in Angoulême zijn de artiesten met een mentale beperking van het ‘S’ Grand Atelier in Vielsalm. Een gesprek met Erwin Dejasse, curator van hun expo Knock Outsider Komiks.

De artiesten van ‘S’ Grand Atelier in Vielsalm zijn al ruim tien jaar intensief met strips bezig, maar op deze editie van Angoulême worden ze pas echt in de kijker gezet. Vivre à FranDisco – een samenwerking tussen Marcel Schmitz, artiest van het atelier, en stripauteur Thierry Van Hasselt, is genomineerd voor de albumprijzen.

Bovendien is een van de centrale tentoonstellingsruimtes in de binnenstad integraal gewijd aan het werk van de ‘S’-artiesten. Knock Outsider Komiks, heet hun expo. De bezoeker maakt er kennis met de persoonlijke stijlen en thema’s van de artiesten, die vaak op hun eigen, niet klassiek geschoolde manier reageren op het striperfgoed.

Zo maakt artiest Jean Leclercq eigen uitvergrote versies van plaatjes uit Kuifje en Suske en Wiske, en vertellen Dominique Théâte en stripauteur Dominique Goblet een verhaal over de driehoeksrelatie tussen een worstelaar, een vrouw met een blauwe baard en een criminele orthodont.

Curator Erwin Dejasse, die in Vielsalm instaat voor de conservering en de promotie van het werk van het atelier, legt uit wat deze artiesten bijzonder maakt.

De zwarte lijntekeningen van Pascal Leyter.
De zwarte lijntekeningen van Pascal Leyter.

In de moderne kunst is het werk van outsiders stilaan bekend, in de stripwereld veel minder. Wat maakt dit werk dan zo speciaal?

Dejasse: Mensen zoals Art Spiegelman, die lang geleden al op zoek gingen naar andere manieren om met het stripverhaal om te gaan, hebben al lang het werk van outsiders ontdekt. In diens tijdschrift Raw, toch een echt striplaboratorium, stonden al artikels over het werk van Henri Darger en Chéri Samba. Volgens mij introduceren onze auteurs vooral een andere manier van vertellen, van tekst en beeld combineren. Dat stimuleert geïnteresseerde professionele stripauteurs om hun medium anders te bekijken.

Het werk van Joseph Lambert uit onze tentoonstelling lijkt bijvoorbeeld willekeurig gekribbel in allerlei kleuren, maar hij ziet het zelf als zijn geschreven autobiografie. Veel van deze auteurs lezen niet echt strips, maar kijken er wel intensief naar. Ze worden erdoor gevoed, zonder dat ze de behoefte voelen zich helemaal in de striptraditie in te passen.

Hadden al deze auteurs al vanzelf een affiniteit met strips?

Dejasse: Sommigen wel, zoals Jean Leclercq, die zijn werk al heel lang ent op de strips die hij in zijn jeugd las. Maar het heeft ook te maken met de animatoren van het atelier, zoals Anne-Françoise Rouche, die een opleiding in strip en illustratie heeft gevolgd aan Saint-Luc in Luik. Er is een wisselwerking tussen de animatoren die iets aanbieden en de artiesten zelf. De animatoren leggen niks op, maar natuurlijk hebben hun specialismes wel invloed op de artiesten.

Onze artiest Pascal Leyter interesseerde zich bijvoorbeeld al voor affiches en aardrijkskundige kaarten, die hij op zijn eigen onnavolgbare manier overtekende. Ik heb hem voorgesteld hetzelfde te doen met strippagina’s.

Een samenwerking tussen Dominique Goblet en Dominique Théâte.
Een samenwerking tussen Dominique Goblet en Dominique Théâte.

Veel artiesten van het atelier recycleren striptekeningen op hun eigen manier. Hebben ze die input nodig?

Dejasse: Vaak wel, maar niet altijd. Diezelfde Pascal Leyter die de strippagina’s heeft overgetekend, is iemand die meer tekent dan praat. Zo hebben we onlangs een hele reeks erotische tekeningen van hem en zijn vriendin gevonden die ook een interessante eigenheid hebben. Auteurs als onze Dominique Théâte trekken de stripinvloed helemaal binnen in hun eigen inhoudelijke universum.

Jullie hebben jullie artiesten laten samenwerken met gevestigde auteurs. Wat zijn de voordelen voor beide partijen?

Dejasse: Thierry Van Hasselt zegt dat zijn eigen werk als auteur enorm geëvolueerd is door de samenwerking met onze artiesten. Zijn boeken Gloria Lopez en Brutalis waren heel donker. Zijn contact met onze auteurs heeft toch veel lichtere en spontanere werken opgeleverd. Niet al onze auteurs houden van duowerk, en dat hoeft natuurlijk ook niet. Toch voedt zo’n samenwerking hen ontegensprekelijk. Marcel Schmitz bouwt al jaren aan een maquette van een bijzondere imaginaire stad in karton, FranDisco, met een witloofkwekerij in een kerk, om maar iets te zeggen. Door zijn samenwerking met Thierry komen er nieuwe gebouwen bij, bijvoorbeeld het huis van Thierry of het hotel waar ze in Genève samen hebben gelogeerd. In die zin emancipeert zo’n samenwerking de kunstenaars. Ze komen uit het isolement van een instelling en doen ervaring op in de buitenwereld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content